Zuider eiland

Vorige week vrijdag (18 juli) was mijn laatste stagedag bij Crasborn. Ik heb een 9 gekregen van mijn stagebegeleider van Crasborn. De eindbeoordeling van mijn stage begeleider van de HAS is na de zomervakantie. In het hostel waar ik mijn gehele stageperiode heb verbleven, hebben we vrijdag met zijn allen pizza gebakken als afscheid.

Zaterdag morgen ben ik naar Wellington gereden. Aangekomen in Wellington heb ik een hostel geboekt voor 2 nachten en vervolgens ben ik de stad gaan verkennen. Vanuit Mount Victoria heb je een goed overzicht over Wellington en omgeving. ’s Avonds ben ik met een aantal mensen een biertje gaan drinken, rond 5 uur ging het brandalarm af in het hostel, en iedereen moest naar buiten. Ik had toch op een betere nachtrust gehoopt.

Zondags was een regenachtige dag, ik heb bij de receptie van het hostel gevaagd wat er te doen is op een regenachtig dag, ze zijden dat het mooi was om langs de kust te rijden en dat heb ik ook gedaan. Ik heb daar mijn eerste zeehond gezien in Nieuw-Zeeland. Vervolgens ben ik naar het Te Papa museum gegaan, dit museum beschrijft de geschiedenis van Nieuw-Zeeland.

Maandag ben ik met de boot naar het zuider eiland gegaan. Tijdens de boottocht heeft een Ierse Nieuw-Zeelander mijn verteld wat allemaal mooi is in op het zuider eiland, hoe het weer is en nog veel meer. Aangekomen op het zuider eiland heb ik wat gegeten in Picton, de plaats waar boot aankomt en ik ben vervolgens naar Kaikoura gereden. Dit is een mooie weg tussen de bergen en de oceaan. In Kaikoura heb ik een wandeling langs de oceaan gemaakt waar veel zeehonden waren. In Kaikoura heb ik ook overnacht.

Dinsdag ben ik naar Christchurch gereden. Het is bijzonder om de stad te zien na de aardbeving van 2011. Ze zijn nog druk bezig met het slopen of restaureren van beschadigde gebouwen en het bouwen van nieuwen.
Woensdag ben ik landinwaarts gereden via de Inlands Scenic Route 72 naar het dorpje Lake Tekapo. Dit is een dorpje aan een groot meer dat is omringd door hoge bergen met sneeuw. Hier ben ik ook een berg opgegaan, waarvan je een goed uitzicht hebt over de regio. Dit was een kaal landschap, met het meer en besneeuwde bergen.

Donderdag ben ik naar het skigebied Round Hill gegaan om te kijken hoe de skigebieden hier zijn, dit skigebied is een heel stuk kleiner als ik gewend ben in Oostenrijk. Er waren rond de 10 pistes in het gebied. Vervolgens ben ik door de Burke Pass naar Queenstown gereden. Voordat ik in Queenstown was heb ik nog een oud goudzoekers dorpje bezocht, en een poging gedaan om goud te vinden, maar dit had helaas geen succes. Eenmaal in Queenstown aangekomen heb ik nog wat gedronken in de bar met een aantal Amerikanen.

Vrijdag moest ik me gaan bedenken wat ik verder in Queenstown wilde gaan doen, ik heb besloten om te gaan paraglide die dag. Dit was een zeer goede ervaring, met een schitterend uitzicht. De rest van dag heb ik nog een aantal dingen moeten regelen (nieuwe wegenbelasting voor de auto, naar de kapper gaan en een hostel boeken).

Zaterdag (26 juli) ben ik met mijn Toyota naar Skipers Canyon gegaan. Via de Skipper Road, de “gevaarlijkste weg” van Nieuw-Zeeland. Dit is een eenbaansweg naar het voormalige goudzoekers dorpje Skippers Town. Deze weg is niet verhard en heeft diepen sporen van de 4X4’s die er tours organiseren, dit maakte het lastig voor mijn Toyota, maar dit hield hem niet tegen. Toen ik over de helft was moest ik het toch opgeven omdat ik niet meer verder kon doordat het te glas was door het ijs. Na wat moeite gedaan te hebben heb ik me toch kunnen keren om terug te gaan naar de bewoonde wereld. ’s Middags ben ik naar het bungeejumpen gaan kijken en heb toen besloten om dat ook eens te gaan proberen. Als je boven staat is het wel eng, maar je moet het toch een keer gedaan hebben in je leven.

Zondag ben ik met een georganiseerde busreis en boottocht naar Milford Sound gegaan. Milford Sound is een klein plaatsje in het noorden van de Nieuw-Zeelandse fjord. De boottocht ging langs de zeer hoge en steile rotsen naar de zee. Tijdens de boottocht hebben we ook nog zeehonden gezien.

Vandaag heb ik Queenstown weer verlaten, en ga weer richting het noorden. Maar nu via de west kust. Het lijkt alsof ik in een totaal ander land ben aangekomen. Aan de westkust zijn bijna alleen maar bossen, terwijl de oostkust veel kaler is.